Denken of voelen?

Denken over klein zijn, voelen hoe klein zijn voelt  of mag het zonder verhaal zijn?
Welke rol heeft denken bij intuïtief tekenen en schilderen? Het werkt toch vanuit voelen? Met voelen bedoel ik niet letterlijk je emoties, zoals schilderen vanuit boosheid, verdriet of vreugde. Het is een innerlijk voelen wat er wil. Welke kleur er wil, welke kwast. Waar op het papier en vanuit welke beweging. Doen zonder te weten waarom of waarvoor. Dat is voor je denken ingewikkeld. Zomaar doen, omdat je er naar verlangt?
Flow
Door je over te geven aan je innerlijke stroom, ontstaat er flow. Ingeving na ingeving komt. Je voelt wat er in jou gebeurt. Hoe het tintelt, opent, stroomt of juist verkrampt. Het je kan laten schrikken en zelfs pijn doen. Omdat het confronteert of iets pijnlijks weergeeft, recht in je gezicht.
Denken
Het denken wil pijn voorkomen. Als er dan toch een pijnlijk moment is, gaat het denken alle zeilen bijzetten om het onheil te bestrijden. Zo kunnen er gedachten komen, waarmee het beeld te verklaren is: “ja, want als hij boos doet, voel ik me klein. En daarom is dit groot getekend en ben ik dat.” Bij die gedachten kunnen emoties opkomen. Het verdriet van niet gekend zijn of de machteloosheid die je voelt in zo’n situatie of je onderdrukte boosheid.
Waar brengt het mij?
Het belangrijkste wat je op dit moment kan doen, is te voelen waar die gedachte je focus heenbrengt. Het kan je namelijk naar het gevoel brengen of je van je gevoel wegleiden.
In ‘t zicht
De gedachte kan een inzicht zijn, waardoor je je opeens kunt realiseren wat er gebeurt tijdens een ruzie. Hij is groot en ik is klein. Dat inzicht brengt je naar je gevoel, naar jou als klein voelend wezen. Als je dat werkelijk kunt voelen, en daarbij aanwezig kunt blijven, met compassie en openheid, zal er een verbinding naar dit klein-zijn in jezelf ontstaan. Dan is er een wisselwerking tussen je innerlijk en het gecreëerde beeld die je gewaarwording opent voor wat er is. Door daarbij aanwezig te zijn, zonder iets te willen veranderen, heeft er al een verandering plaatsvinden. Het klein-zijn, waarvan je je nog niet echt bewust was, is in ’t zicht en wordt herkent.
Uit ‘t zicht
Maar dezelfde zin kan je ook afleiden van het voelen en je in het denken brengen. Je komt in het verhaal over wat hij doet en wat jij doet. Je praat dan wel over je klein voelen, maar bent er gevoelsmatig niet meer mee verbonden. Het is veiliger om te vertellen dat je je klein voelt, dan om echt te voelen hoe het voelt om je klein te voelen. Want dat is een ondraaglijk gevoel, waarvan je niet weet hoe je er mee kunt zijn. Door op te gaan in je gedachten raakt het voelen van klein-zijn uit ’t zicht.
Redden
Juist doordat je niet weet hoe je het klein-zijn echt kunt voelen, ontstaat er de noodzaak om jezelf te redden uit de situatie. Automatisch kom je met mentale oplossingen om met het ondraaglijke gevoel te dealen. “Ik moet meer voor mezelf opkomen”, “Ik moet dan weggaan” of “Hij is een klootzak”. Het is zeer verleidelijk om dat ook in je werk te willen uitdrukken. Bijvoorbeeld door jezelf groter te schilderen, iets over jezelf heen te schilderen, zodat je weg bent of juist hem weg te schilderen of klein te maken. Zo schep je voor jezelf een beeld, waarin je denkt je weer veilig te zijn. Dit kan je opluchten.
Tijdens deze gedachten of het vertellen, ervaar je emoties. Deze zijn echter gekoppeld aan je gedachten! Je noemt dit secundaire emoties. Je primaire emoties van je klein-zijn blijven ondoorvoelt en onverwerkt in jou aanwezig. De volgende keer dat iets jou aan dit klein-zijn herinnert, zal je opnieuw getriggerd worden en jezelf vanuit je gedachten gaan redden.
Ontwarren
Het is een kunst om jezelf weer uit die gedachtewereld te halen. Maar dat is de enige mogelijkheid om weer terug te keren naar het intuïtieve creëren. Eén van de mogelijkheden is te onderzoeken of je het verhaal; de uitleg los kunt laten. Mag wat er komt er ook zijn? Juist als je denkt dat je uitleg nodig is, kan het zo spannend zijn om dit te doen.
Je kan alles (je werk, je uitleg, je willen) als het ware even parkeren. Het loopt echt niet weg!
Richt je focus op je ademhaling. Door rustig te ademen, komt je focus weer terug naar jou. Sluit eventueel je ogen, zodat je echt op jezelf gericht kunt zijn. Of richt je blik schuin voor je op de grond. Voel of je de grond onder je voeten kunt voelen. Voel de zitting van je stoel onder je billen, de rugleuning. Maak weer contact met je lichaam en de wereld die je draagt. Adem rustig door. Ga met je aandacht vanuit je bekken ruggenwervel voor ruggenwervel omhoog, en zet jezelf rechtop zittend. Weet dat jij bestaat tussen de hemel en de aarde. Jij prachtig wezen in dit hele grote geheel.
Besef dat er niet echt iets fout gaat. Je maakte iets, wat je confronteerde met innerlijke pijn. Dat voelen was te pijnlijk en daardoor beangstigend. Je wilde jezelf beschermen, vanuit je denken. Daarmee kwam je op een verwarrend spoor. “Het denken kan niet werkelijk voelen.”
Je hoeft niets! Niet te redden. Niets op te lossen. Je hoeft zelfs niet beter te voelen. Er is wat er is. Adem rustig door. Jij mag er zijn. Precies zoals je nu bent. Er is grond onder je voeten. Een stoel die je draagt. Adem. Hartenklop. Hemel. Laat het zijn…..
Vanuit die rust, die verbinding open je je ogen en richt je je opnieuw op je werk. Ervaar wat je in jou gebeurt. Jij bent er, je werk is er en er wordt iets aangeraakt. Het is nog steeds veilig. Er komen gedachten. Er komen gevoelens. Dit is wat er speelt. Van daaruit dient het volgende zich vanzelf aan.