Ondersteuning: behoefte van de maand december 2014

Als kind zat ik iets te naaien en ik kwam er niet uit. Mijn handen begonnen te plakken en ik werd zenuwachtig. Na nog een tijdje prutsen moest ik het opgeven. “Mam, kan je helpen?” vroeg ik. Dat deed ik eigenlijk liever niet want hulp vragen, was ongeveer hetzelfde als tonen dat je het niet zelf kan. En dat voelde niet goed.

Pas veel later begreep ik dat ik niet de ondersteuning kreeg die ik nodig had. Mijn moeder wilde graag helpen, en na even prutsen had zij vervolgens het hele naaiwerk af! Vervolgens voelde ik me akelig: het was niet meer mijn werk, hetgeen me teleurstelde. Ze deed veel meer dan ik wilde en dat maakte me boos. Maar ik mocht niet boos zijn, want mijn moeder had me toch geholpen! En ik had het ook nog zelf gevraagd! Had ik het dan maar niet gevraagd! Maar ja, dan was ik vastgelopen. Oei wat kon ik vastlopen in die emoties.

Ik had niet het besef en de mogelijkheid om aan te geven waar ik precies hulp voor wilde, en hoe die hulp eruit moest zien. Wat het mij wel leerde is dat ik later aan mijn kinderen specifieker heb gevraagd welke hulp ze wilden en tot hoever.

Dus mocht iemand ondersteuning nodig hebben: check goed of dat wat je aanbiedt werkelijk past, of dat je je eigen oplossingen opdringt.