Vallen en opstaan; 30 dagen

vallen en opstaan
vallen en opstaan

Voornemen uitvoeren

Je hebt je voornemen en gaat aan de slag. De eerste dagen onwennig, gefocust op het resultaat. Gaat het lukken? Vaak lukt het ook wel een poosje, krijg je vertrouwen en verdwijnt je focus. Maar dan gaat het mis. Je eet toch dat koekje, pakt toch een sigaret of je slaat het sporten een keer over. Wat doe je dan? Vallen en opstaan!

Verschillende reacties, verschillend resultaat

Wat zeg je tegen jezelf?

Je begint te schelden en mopperen op jezelf

* “O. Stommeling, Zie je wel. Je kan er ook niets van! Twee dagen houd je het maar vol! Kijk dan toch!” Kortom je begint een hele scheldpartij, met als effect dat je vervolgens teleurgesteld bent in jezelf. Je voelt je akelig en het vertrouwen in je missie om je voornemen te laten slagen is mogelijk zelfs tot nul daalt. Zie jezelf nu nog maar eens opstaan en erin te geloven. Misschien is opgeven een betere optie…..

Je negeert het

* Je negeert je daad; je doet net alsof het niet gebeurt is. Je veegt het onder het “vergeetmatje”. Met grote kans dat je daardoor niet werkelijk stil wilt staan bij je voornemen en wat je daar voor moet doen, waardoor “ongemerkt” de oude gewoonte er weer in kan sluipen. “Nee hoor, ik was niet gevallen.” of “Komt wel goed”, zonder te weten hoe.

Je zoekt vergoelijking

* Je zoekt redenen ter vergoelijking. Eigenlijk deed je “het fout”, maar er was een goede reden: stress, je had een beloning nodig, je voelde je zo akelig etc. Kortom het was niet erg. Kan natuurlijk waar zijn, maar eigenlijk houd je jezelf voor de gek. Door je te focussen op goed en fout, kom je vaak terecht in schuldgevoel en plicht en dat kan zeer ondermijnend werken.Om van dat schuldgevoel af te komen, vergoelijk je wat er is gebeurd. “Ja, als die steen er niet had gelegen, was ik niet gevallen.” Daarmee ontken je dat je er zelf een aandeel in had en kan het de volgende keer weer gebeuren.

De ander krijgt de schuld

* Het kwam door Piet, Klaas, Karla…. Als zij niet waren begonnen/hadden aangedrongen etc. had ik het nooit gedaan. Je ontkent je eigen keuze en je verantwoordelijkheid. “Ja, zij hebben geduwd en daardoor viel ik.” Was er werkelijk geen keuzemoment waarin je koos om iets te doen dat je missie ondermijnt? Wees eerlijk naar jezelf.

Je neemt je verantwoordelijkheid

* Je neemt de verantwoordelijkheid voor je actie en je voornemen. O.K, dit helpt niet om mijn nieuwe voornemen te laten slagen. Maar nieuw gedrag gaat met vallen en opstaan. Niks aan de hand. Wat gebeurde er eigenlijk? Waarom deed ik het? Wat kan ik nu doen, om op te kunnen staan? Wat kan ik de volgende keer in zo’n situatie doen, om te voorkomen dat ik in oud gedrag terugval? Daarmee erken je wat je deed, maar focus je je op mogelijkheid. Hoe nu verder? Met vallen en opstaan.

Na vallen weer opstaan

Nieuw gedrag aanleren gaat met vallen en opstaan. Daar is niks mis mee. Maar let op wat je doet, als je gevallen bent! Dat maakt heel wat uit voor de manier waarop je kan opstaan en vertrouwen blijft houden in het verwezenlijken van je voornemen. En soms is het goed om na een val even te blijven zitten. Bijkomen en dan pas weer opstaan. Nieuw gedrag lukt, als je maar zorgt dat je altijd één keer vaker opstaat, dan je valt.

30 dagen

Je hebt natuurlijk altijd de mogelijkheid om te zeggen: “Dit heb ik nu lang genoeg geprobeerd. Het bevalt me zo slecht, dat ik besluit om dit niet meer te doen.” Dan laat je bewust je voornemen los. Maar wat is lang genoeg? Weet dat een nieuwe gewoonte zo’n 30 dagen nodig heeft (of langer!) voordat het een gewoonte wordt. Tot die tijd blijft het vallen en opstaan. Dus houdt het minstens 30 dagen vol en maak dan de balans op. Houd eventueel in die tijd dagelijks aantekeningen bij, zodat je terug kunt lezen hoe het ging en welke vooruitgang je hebt gemaakt. Want gek genoeg vergeten we vaak ons uitgangspunt, waardoor je je eigen progressie niet ziet.