Vieren (en rouwen), behoefte(n) van de maand september 2014

Voor deze maand trok ik de behoefte vieren. Omdat deze voor mij zo verbonden is met de behoefte rouwen, bespreek ik ze allebei. Kies zelf of je ze in verbinding wil onderzoeken, of dat je je deze maand op de behoefte vieren richt.

Basisbehoeften

Soms wordt er gezegd dat er binnen verbindende communicatie maar twee basisbehoeften zijn: rouwen en vieren. Rouwen als een behoefte niet vervuld wordt en vieren als een behoefte wel vervuld wordt. Bij indrukwekkende ervaringen beleef je dit vieren of rouwen vaak bewust, zoals bij een geboorte of sterfgeval. We hebben er ook rituelen voor, om uitdrukking te geen aan het vieren of rouwen.

Rouwen en vieren in het klein

Voor de kleinere momenten zeggen we al gauw: “doe maar gewoon.” Rouwen of vieren lijken dan opeens grote woorden. “Zo bijzonder is het niet.” Of: “Ik zou niet weten hoe ik dat moet doen!” Nou, dat is geen rouwen waard. Wat als je dat wel zou doen? Al die kleine momenten op een dag. Die glimlach van een onbekende, je vriend die een afspraak afzegt, het eten dat aanbrandt, de zon die ondergaat. Zijn dat momenten voor rouw of vieren? Of wordt je leven dan één groot drama?!

Wat kan er gebeuren als je er bewust stil bij staat? Klein, intiem in jezelf rouwt of viert. En naar behoefte deelt. Dan open je je hart voor het leven.

Niet oefenen!

Dus lijkt het logisch om dagelijks bewust te rouwen en te vieren. Maar onlangs las ik: als je dagelijks dankbaarheid als oefening beoefent, kom je in je hoofd in plaats van je hart. Eigenlijk is dat bij rouwen en vieren ook zo. Als je aan het einde van de dag terug denkt aan alle momenten waarin je behoeften vervuld werden, zal je mogelijk dankbaarheid voelen, of geluk, tevredenheid etc. Maar heb je dat ook op het moment zelf zo beleefd? Kon je, op het moment dat iemand iets aardigs zei, of behulpzaam was, dat moment zelf vieren? Of was je te druk, al bezig met het volgende moment?

Niet iets doen, maar ervaren

De behoeften aan rouwen en vieren zeggen voor mij: open je voor je ervaringen en doorleef ze. Je hoeft er niet naar te streven. De één is ook niet beter dan de ander. Maar hoe doe je dat?

Word je bewust van je lichaam. Weet jij eigenlijk wat je voelt, als je lichaam, je ziel iets viert of rouwt? Voel je kriebels, een rilling, voel je je ruimer, lichter of zwaarder? Komt er spontaan een glimlach, een traan? Zie je alles even helderder of donkerder? Er opent zich een wereld voor je, als je je bewust wordt van je lichaamssignalen. Rouwen en vieren zijn vaak vluchtige momenten, tenzij je je er bewust mee verbindt. Dan worden het signalen en verbind je je steeds meer met dat wat er is. Zegt je lichaam: “Hé wat fijn!” of “wat akelig”, dan kan jij je daar direct bewust van worden. Dan kan je kiezen of je er nog iets mee wilt. Je kunt oefenen met het bewust worden van je lichaamssignalen. Er mee spelen, opdat je ze eigen kunt maken.

Sta regelmatig even bij jezelf stil: wat voel je allemaal? Loop in gedachten langs je lichaam en beschrijf je gevoel of sensatie. Maak er eventueel notities van en beschrijf ook wat je emotie is. Zou je iets vieren of rouwen? Laat het vervolgens weer los: je hoeft het niet helemaal uit te puzzelen! Het gaat om het ervaren en het zal zich vanzelf verder ontwikkelen. Ik wens je veel onderzoeksplezier. Als je ervaringen wilt delen, ben je van harte welkom.